وَمَآ أَدْرَىٰكَ مَا ٱلْقَارِعَةُ ﴿٣﴾
En wat zal u doen begrijpen, hoe vreeselijk de slag zal wezen?
يَوْمَ يَكُونُ ٱلنَّاسُ كَٱلْفَرَاشِ ٱلْمَبْثُوثِ ﴿٤﴾
Op dien dag zullen de menschen als kapellen verspreid zijn,
وَتَكُونُ ٱلْجِبَالُ كَٱلْعِهْنِ ٱلْمَنفُوشِ ﴿٥﴾
En de bergen zullen als gekamde wol van verschillende kleuren worden, die door den wind is voortgedreven;
فَأَمَّا مَن ثَقُلَتْ مَوَٰزِينُهُۥ ﴿٦﴾
Maar hij, wiens weegschaal met goede werken zal bezwaard wezen,